Het rock’n’popmuseum is een netwerkpartner van het onderzoeksproject "Music Objects of Popular Culture", dat in september 2018 van start ging als onderdeel van de financieringsrichtlijn "Language of Objects" van het federale ministerie van Onderwijs en Onderzoek (BMBF). Samen met de muziekuniversiteit Franz Liszt in Weimar en het Centrum voor populaire cultuur en muziek aan de Albert-Ludwigs-Universiteit Freiburg onderzoeken we 'muzikale objecten': terwijl in Weimar opslagmedia (cd's, platen, banden) en in Freiburg afspeelapparatuur (muziekmeubilair, Walkman) onderzocht wordt, houden we ons gezamenlijk bezig met muziekinstrumenten (elektrische gitaar, synthesizer) en opnamemedia (mixer) in het project “Generators of Sound”. Alle projectpartners werken met betrokkenen of partnercollecties samen.
Het doel van het project is, volgens het voorstel, "om de muzikale objecten in de populaire cultuur in Duitsland van 1945 tot heden open te stellen in hun diversiteit, in termen van technologiegeschiedenis en consumentenesthetiek, om ze te onderzoeken met betrekking tot hun historische en sociaal veranderlijke belevingsmogelijkheden en deze te ontwikkelen tot innovatieve concepten voor museale presentatie. ”Dit kan concreet worden aangetoond in ons deelproject. Allereerst muzikale objecten - in ons geval de mixer uit de CAN-studio of een orgel van de firma Dr. Böhm”
Hieronder de drie onderlinge samenhangende aspecten die worden bevraagd:
1. Het object: hoe voelt het? Hoe werkt het? Van welk materiaal is het gemaakt? Zijn er bijzondere kenmerken in ontwerp, functionaliteit of bediening die in het oog springen? Welke gebruikssporen zijn te herkennen en hoe kan dit de gebruiker informatie geven? Hier is “hands-on” onderzoek, met en aan het object, essentieel, ook al moet dit gebeuren binnen het nauwe kader van de conservatieregels van de collecties.
2. Productie en geschiedenis: welke culturele en technische concepten gingen op in het ontwerp? Met welke "afbeeldingen" voor later gebruik in gedachten is het apparaat ontworpen en hoe wordt het dienovereenkomstig geadverteerd? Op welke markt was het apparaat gepositioneerd en hoe? Hier komen bedrijfspublicaties, vooral kronieken, maar ook 'parateksten' zoals etiketten, reclamefolders en handleidingen als bronnen in beeld.
3. Verbruik: wanneer en hoe is het apparaat verkregen, gebruikt, opgeslagen of opgehaald? Welke invloed had het op de muzikale praktijk en het ontwerp? Hoe nauw is het verbonden met de biografieën, de levens van de gebruikers? Bij deze vragen zijn hedendaagse getuigen essentieel. Dit heeft betrekking op de evaluatie van zogenaamde "egodocumenten", zoals oude foto's en video's, maar ook op expert- en verhalende interviews.
"Door" de objecten, conclusies zal er nieuwe kennis over de (materiële) geschiedenis en cultuur van populaire muziek in Duitsland worden opgedaan. Bij de selectie van de onderzochte toestellen wordt een balans behouden tussen gebruiksvormen, decennium, distributie (oost/west) en bijbehorend muziekgenre. Met deze achtergrond zijn enkele instrumenten uit de voormalige DDR aan de collectie van het rock’n‘popmuseum toegevoegd.
Maar het gaat niet alleen om nieuwe kennis, het gaat ook om het beschikbaar maken voor het publiek. Naast specialistische artikelen en publicaties werken we aan een uitgebreide projectwebsite die naast casestudies ook mensen presenteert die verslag doen van bepaalde biografische of professionele relaties met hun "muziekobjecten".
Meer informatie, updates en onze eerdere lezingen en artikelen in verband met het project zijn te vinden op: www.musikobjekte.de
Contact:
Alan van Keeken, M.A.
Wissenschaftlicher Mitarbeiter
Teilprojekt „Generatoren des Sounds“
Tel: 0 +49 (0 ) 2562 814819
Diese E-Mail-Adresse ist vor Spambots geschützt! Zur Anzeige muss JavaScript eingeschaltet sein!